Column Kim – A freak like ME
“Loslaten betekent tijdelijk het houvast verliezen. Niet loslaten betekent voor altijd het houvast verliezen.”
~ Sören Kierkegaard, Deens filosoof 1813-1855
Ik geloof in kleine kansen. In meteorieten die ter aarde storten, kankergezwellen, hartstilstanden op je 30ste , tsunamies, pandemieën en vliegtuigcrashes. Ik geloof in de ultieme rampspoed. Waarover je leest in kranten en die je vervolgens het liefst zo snel mogelijk weer vergeet. Face it, het leven is één grote risicovolle, oncontroleerbare bende. Een bende waar ik me liever niet in begeef. En dus probeer ik het oncontroleerbare te controleren; leven, liefde, ziekte, tijd, ouderdom en zelfs de dood. Want ik hou van zekerheden. Garanties. Op zijn minst enige mate van voorspelbaarheid. Ik ben een controlfreak
Sinds ME ongegeneerd mijn leven is binnengestormd en de vertrouwde basis van een steady gezondheid mij ontnomen is, is mijn drang naar controle tot een ongekende hoogte gestegen. Dagelijks word ik geterroriseerd door een arsenaal aan vragen. Waarom doen mijn lymfeklieren zeer? Waarom voelt mijn buik zo hard aan? Heb ik een virus? Of vecht mijn lijf tegen iets waar het niet tegen moet vechten? Misschien is mijn amygdala van streek? Of mijn hypothalamus-hypofyse-bijnier-as? Waarom verga ik het ene moment van de pijn in mijn gewrichten en lijkt dit soms om onverklaarbare redenen weer “op te klaren”? Net als de mist in mijn hoofd? Kortom: WHAT THE F*CK?!?
Zoals ik vroeger urenlang jankend van ellende en onbegrip naar mijn wiskundeboeken kon staren, zo voel ik mij nu. Volledig uit het veld geslagen. Het niet snappen is de allergrootste frustratie. In een ultieme poging de controle over mijn lijf te heroveren, doe ik mijn uiterste best het te begrijpen. Te doorgronden. Het grote ME-mysterie. Zonder de benodigde medische kennis (a hell of a lot praktijkervaring daargelaten), een ambitieuze opgave. Maar ik moet en zal datgene kunnen vatten waar neurologen, virologen, immunologen, reumatologen en endocrinologen geen touw aan vast kunnen knopen. En dus denk ik. Want iets in mij zegt, dat als ik maar goed genoeg voel wat er in mijn lijf gebeurt en daar vervolgens hard genoeg over nadenk, ik de verbanden moet kunnen vinden. Ik en mijn briljante brein. Yeah, right.
Ik ben van het “ja maar, wat als”-type. Het angstige, vermoeiende type. Vooruit, zeg maar het ronduit irritante type. Ik plan alles. Tot in detail. Ik plan en ik vermijd. Want ook dat is een vorm van controle. Zolang in veilig thuis op de bank zit kan er weinig misgaan, ben ik in charge. Ik plan, ik vermijd en ik anticipeer. Op alle mogelijke scenario’s. Meestal rampscenario’s. Om de wispelturigheid van het leven voor te zijn. Om zo weinig mogelijk aan het toeval over te laten en voor zo weinig mogelijk verrassingen te komen staan. En dus leef ik met het hoofd in de toekomst in plaats van met het lijf in het heden. Denken in plaats van doen. Ieder moment controleren. Want zonder controle is er onrust. “Ja maar, wat als ik dan toch besluit naar dat feest te gaan en er is niemand die ik ken en ik voel me plotseling niet goed?” Ja maar, wat als ik dan op vakantie ben en ik word ziek en er is geen dokter in de buurt?” “Ja maar, wat als ik nou in het vliegtuig zit en de piloot overlijdt aan een hartstilstand en de co-piloot aan een besmettelijk virus, dat een reislustige pasagier uit één of ander Oekiboekiland heeft meegenomen en er vervolgens een zwerm ganzen één van de motoren binnenvliegt, waardoor er brand uitbreekt, die overslaat naar de cabine en er tot overmaat van ramp een vleugel afbreekt, omdat het toestel geraakt wordt door een minuscuul deel van een uiteengespatte meteoriet, die uit de kormos zijn baan zoekt richting aarde?”
“Nou?! Wat dan?!?
Maar controle is een illusie. Het is fake. Het bestaat niet. Sterker nog, het is een val. Want stiekem heeft de drang naar controle jouw in zijn greep. Het slokt je op. Fysiek, mentaal. En langzaam maar zeker raak je gevangen in je eigen, kleine, zogenaamd “gecontroleerde” wereld. Het is onmogelijk het leven te slim af te zijn. Alle “gevaren” te coveren. En dus wordt het tijd dat ik mijn grip verzacht. Dat ik ga geloven in grote kansen. Dat ik het leven laat zijn. Dat ik mijn ziekte laat zijn.
“Ehm…..,
ja maar…..
wat als…..????”<br