Column Kim – De scheurkalender
“Het besef van vergankelijkheid is paradoxaal genoeg onze enige houvast, ons enige blijvende bezit.”
Sogyal Rinpoche (uit het Tibetaanse boek van leven en sterven, 1995)
Ik verjaar in januari; de maand waarin het desastreuze december-onderbuikgevoel plaats maakt voor de nog desastreuzere realiteit inmiddels ruimschoots de 30 gepasseerd te zijn. Wanneer menig goedheiligman inclusief stoomboot dan wel arrenslee al lang en breed op zijn retour is en de meeste ‘tien euro-wensen’ naar tevredenheid zijn vervuld, is het aan mij om nógmaals een verlanglijstje te produceren. Want ja, doe je dat niet; voor je het weet zit je opgescheept met een veelheid aan prullaria waar zelfs je prullaria-sparende oud-tante u tegen zegt. Míjn tip: de scheurkalender. 90% crap, 10% inspiratie.
Eigenlijk is het fenomeen scheurkalender funest voor diegenen met een ziekelijk tijdsbesef, waar ik mezelf absoluut toe reken. Immers, hij symboliseert vergankelijkheid. Ieder blaadje dat ‘s avonds verfrommeld de prullenbak in verdwijnt staat gelijk aan een dag die zich nooit meer zal herhalen. Vergane glorie. Alhoewel ik mijn doorsnee leven met ME/CVS vaak verre van glorieus kan noemen. En dat is nu juist het pijnlijke aan een ziekte als deze. Je bent je 100% bewust van je leven. Van alle dagen dat je beroerd in bed ligt, alle dagen dat je te brak bent voor welke vorm van activiteit dan ook en alle dagen dat een bezoekje aan de supermarkt of een sessie bij de psycholoog het hoogtepunt zijn. Dan vraag ik me wel eens af: Wat is erger: een rijk leven en op je 30ste sterven aan één of andere on-ziekte (wat iedereen direct in de ‘och-gut-toch’-modus doet schieten, want wat is het toch een onrechtvaardige, kwalijke zaak), of een leven met een onzichtbaar lijden en een vooralsnog normale levensverwachting maar waarvan slechts 10% echt van jou is? Het bewust meemaken van het verstrijken van de tijd die je door omstandigheden niet kunt benutten is in mijn ogen het allergrootste leed. Oftewel, crap.
Maar de scheurkalender is niet alleen maar kommer er kwel. Zo stond míjn 2009 in het teken van een scala aan boeddhistische en filosofische wijsheden, waarvan ik er gezien mijn brakke, depressieve staat absoluut een paar kon gebruiken. De Happinez-scheurkalender; voorzien van een torenhoog zweefgehalte maar zo nu en dan uitermate zen. Het ene diepzinnige citaat na het andere waarbij speciale data zoals mijn verjaardag wat extra aandacht verdienen.
15 januari, ik citeer: “Een kookboek kun je niet eten.” Briljant.
Of dit literair hoogstandje: “Mijn moeder zei altijd tegen me: ‘Hoe ouder je wordt, hoe beter je wordt. Tenzij je een banaan bent”. Nou, dat noem ik nog eens hardcore spiritualiteit.
Dit jaar was ik toe aan verandering. Na al het abstracte gefilosofeer van 2009 werd het tijd voor concrete down-to-earth actie. En dus ging ik op zoek naar een iets aardsere variant van de Happinez-scheurkalander. Ik oriënteerde mij vol overgave op de scheurkalender-markt. En het aanbod bleek enorm. Van de tuin-, fiets-, voetbal-, bespaar-, sex-, en Donald Duck scheurkalender tot de meer gedegen wetenschappelijke, historische, filosofische en psychologische exemplaren. Mijn oog viel zelfs een fractie van een seconde op de (jawel) positief-denken-scheurkalender waarbij direct een allergische reactie optrad. Dus koos ik uiteindelijk voor de mildere versie; de motivatie-scheurkalender. Tsjakka…… (ahum).
Mijn leven met ME/CVS is als een scheurkalender; 90% is crap en verdwijnt genadeloos de prullenbak in, 10 procent inspireert en verdient een gouden randje. Maar de keiharde realiteit van de scheurkalender benauwt me. Want de tijd verstrijkt. In een rap tempo. Met een onzichtbare deadline die ergens in de toekomst verscholen ligt. Dan kun je wel leuk een motivatie-scheurkalender aan je muur hebben hangen, met allerlei opzwepende Ratelband-leuzen maar zolang er wat betreft mijn ME/CVS geen enkel spoor van vergankelijkheid te bekennen is, doet de tijd alleen maar méér pijn. Wellicht brengt Donald Duck me in 2011 meer goeds……