Column Kim – Flirten met de dood
Het is eind mei. Ik lig in bed. Griep. Hardcore influenza. Voor de derde keer in zes maanden. Ik wist niet eens dat dat überhaupt kon. Zo zie je maar, de ongekende mogelijkheden van mijn brakke ME-lijf blijven verbazen. Mijn kamer is donker. Ik kan niet slapen. Van de pijn. Lymfeklieren, neus, oren, hoofd, keel, longen, huid, spieren, gewrichten; mijn schreeuwende lijf houdt me wakker. Vraagt aandacht. Maar niets lijkt mijn ‘zijn’ van dit moment te kunnen verlichten.
Van ellende vergrijp ik me aan een legitieme dosis pijnstillers, inclusief de benodigde coffeïne en codeïne. Ik drink liters vers vruchtensapsap, warme kruidenthee met Griekse honing, werk manden aan fruit weg en lubber chronisch aan waterijsjes, omdat de vrieskou -in tegenstelling tot een lading aan trachitol, vicks en ricola original herb keeltabletten- het enige middel lijkt te zijn om de pijn in mijn keel tijdelijk te verdoven. Voeg daar aan toe een ruime dosis aan synthetische vitaminen, waarvan de werking totaal niet bewezen is maar ach, geen haan die daar naar kraait onder deze mensonterende omstandigheden; een all-in-one multi, een shotje C-1000, extra magnesium, ijzer en last but not least een portie zink en echinaforce voor de zogenaamde ‘weerstand’. Echter, ik bespeur geen enkel teken van ook maar enige attack op mijn ongenodigde gast. Mijn leger aan B-, T- en natural killer cellen zijn spontaan in staking. Ziekte heeft me overmeesterd. Ik weet me geen raad. Ik weet alleen dat dit moet stoppen. Nu.
En dus flirt ik. Ik flirt met de dood.
Mijn voorraad antidepressiva in combinatie met 2.0 zijn slaaptabletten plus een iets wat minder legitieme dosis paracetamol verandert spontaan in een interessante medicijnencocktail. Scherp keukengerei blijkt multi-inzetbaar. Een hoog gebouw biedt plotseling perspectief. Evenals een voorbijrazende intercity. Of een drukke weg die ik oversteek. Mijn hersenen houden van oplossingen. Wegen die leiden naar betere tijden. Ware het niet dat die er niet zijn. Niet binnen het concept dat ‘leven’ heet. En dus schakelt mijn brein feilloos over naar optie B. Het enige alternatief. Een alternatief zonder lijf. Zonder strijd. Zonder gevoel. Zonder pijn.
In theorie is het leven een geschenk. Vol mogelijkheden. Kansen. Ervaringen. In de praktijk loopt er wel eens wat scheef en berooft het leven je van alles waar het leven voor bedoeld is. Wanneer ‘zijn’ een gevecht wordt en alleen maar pijn doet duikt soms een onmiskenbaar verlangen van ‘niet-zijn’ op. Ik stel me dat voor als een soort vredige slaap, zonder dromen, zonder bewustheid. Ergo, de dood. Maar dan het liefst een tijdelijke versie ervan. Want ik ben graag weer present als het tij keert. Ik ben graag weer present voor die momenten waar het leven wel voor gemaakt is, maar zo schaars in mijn bestaan. Een kunstmatig coma, totdat de situatie weer leefbaar is geworden. Wanneer lijden wint van leven rijst de vraag hoe lang dat lijden moet voortduren. En vooral, wie bepaalt dat? De natuur of de mens? Wanneer lijden wint van leven rijst de vraag welke staat de voorkeur heeft. Leven of dood?
En dus flirt ik. Ik maak oogcontact, gooi mijn charmante glimlach in de strijd, knoop een gesprek aan, wissel telefoonnummers uit, maak stiekem een afspraakje, maar kom vervolgens niet opdagen. Ik flirt. Op goede dagen met het leven. Op slechte dagen met de dood. Ik balanceer op een dunne scheidingslijn. Zonder te kiezen. Zonder onvoorwaardelijk ergens voor te gaan. Mijn ziekte weerhoudt me te leven. Mijn angst weerhoudt me me te binden aan de onomkeerbare dood. En dus leef ik. Met pijn. Met verdriet. Soms met hoop. Maar meestal met teleurstelling. Met een lijf dat mij telkens weer in de steek laat. En met een optie. De optie dat ik altijd nog kan kiezen. Voor de dood. En gek genoeg is die optie mijn enige verlichting van dit moment. Gek genoeg is die optie datgene wat het leven voor heel even weer draaglijk maakt.
Het is eind juni. Ik lig in bed. Ik ben uitgeput. Alles doet pijn. Ik kan niets. Ik wil niets.
En dus flirt ik. Ja, ik flirt met de dood.
——————————————————————
Reacties kun je sturen naar column.kim@gmail.com