Column Kirsten – Grenzeloos vertrouwen
Daar gaat ze. Mijn mama. Ruim een maand na het herseninfarct blijkt haar hart niet langer sterk genoeg. Wel om ons haar liefde te geven. Niet om haar lichaam nog langer in leven te houden. En zo blaast ze haar laatste adem uit.
De afgelopen maand ben ik elke dag bij haar geweest en heb daarbij mijn fysieke grenzen flink overschreden. Het effect daarvan wordt nu letterlijk pijnlijk duidelijk. Daarnaast wisselen uitputting en overprikkeldheid elkaar als vanouds af. Toch voelt het anders dan voorheen. Want ik voel een diep vertrouwen dat tijd en rust dit tij weer enigszins kunnen keren.
Tijd verstrijkt vanzelf, rust bevorder ik door me te realiseren dat de gedachten, die me in deze overprikkelde gemoedstoestand van alles willen wijsmaken over het mislukken van mijn herstel, slechts gedachten zijn. Ik laat me er niet meer door overweldigen. Zelfs niet door het paniekgevoel dat ik herken van eerdere keren dat ik eveneens zodanig over mijn grenzen ging dat het daarna leek alsof mijn zenuwstelsel onophoudelijk de Sirtaki danste. Een alles behalve prettig gevoel maar wel een gevoel dat ik kan accepteren als een gevolg van de afgelopen maanden die naast inspannend ook zo ontzettend waardevol waren. Het leven valt nu eenmaal niet te plannen, voor niemand, en ik koester elk moment dat mijn lijf het voor elkaar kreeg om me tijd met mijn moeder te laten doorbrengen. Momenten waarin ik niet bezig was met later en intens kon genieten van ons samenzijn.
Waar ik onverwachte gebeurtenissen voorheen nogal eens beschouwde als een vertraging op weg naar dat zo felbegeerde gezonde en fitte lichaam, zie ik dat nu anders. Wanneer het leven mijn zorgvuldig uitgestippelde plannen doorkruist, vertrouw ik erop dat het leven wijzer is dan ik en me altijd iets geeft dat meer bijdraagt aan mijn geluk dan wat ik zelf voor ogen had.
Want wat een geluksgevoel geeft het me dat ik er ondanks de vermoeidheid toch op mijn manier voor mijn moeder heb kunnen zijn. Door simpelweg bij haar te zijn. Door haar vast te houden en zo te laten merken hoe geliefd ze is. Omdat het mij niet uitmaakt wat haar lichaam wel of niet kan.
En dat is precies wat ze mij vaak op het hart drukte: “ Ik geloof in je! In jouw kracht. En ook op je kwetsbaarste momenten. Je bent precies goed zoals je bent. Met of zonder ME.” Ze heeft me, in de tijd dat ik nog regelmatig verstrikt raakte in het gevecht met de ME en met mijn lichaam, ontelbare keren getroost. Als ik even niet meer wist waar ik nog kracht vandaan moest halen om door te gaan omdat ik me zo uitgeput en ziek voelde. “Je gaat je beter voelen”zei ze dan, “daar heb ik alle vertrouwen in.”
Ze heeft gelijk gekregen. Zelfs nu mijn lijf er op dit moment, als je het vergelijkt met toen, eerder slechter aan toe is dan beter en ik de kracht nu uit mezelf moet halen omdat mijn moeder me haar peptalks niet meer op die manier kan geven, voel ik me beter. En nooit meer zo wanhopig als destijds. Ondanks dat mijn gedachten mij soms anders willen doen geloven, ervaar ik telkens opnieuw dat ik sterk genoeg ben om te dragen wat het leven mij voorschotelt. Dat ik veerkrachtiger ben dan ik ooit voor mogelijk had gehouden nu ik me niet meer verzet tegen wat nu eenmaal niet direct te veranderen is. Of nooit meer terug te draaien valt.
Ik merk dat het voor mijn geluk helemaal niet ter zake doet of ik op fysiek vlak wel of niet beter word. Zo verliezen alle gedachten over mijn lichaam en herstel hun macht. En kan ik steeds opnieuw terugkeren naar de rust die mijn lijf juist nu zo goed kan gebruiken.
Het grenzeloze vertrouwen van mijn moeder in mijn kracht leeft voort in mij en samen met haar levensadem vervliegt mijn grootste angst. De angst om met dit lichaam geen volwaardig leven te kunnen leiden. In de laatste dagen van haar leven toont mijn moeder me hoe krachtig je kunt zijn ook als je lichaam nog maar uiterst fragiel is. Ik zie een kracht die ieder mens in zich draagt, die niet afhankelijk is van de conditie van je lichaam en die sterker is dan zelfs de gezondste mens op aarde ooit fysiek zal kunnen zijn. Ze laat me zien dat als je je telkens opnieuw durft over te geven aan het moment er helemaal niets is om bang voor te zijn. Gesteund door die kracht sterft ze in rust en tegelijkertijd vol overgave. En precies zo wil ik leven.