Column Linda: Wat niet is
Wat niet is
Ik liep twee passen achter
op wat ooit mijn toekomst was
Als ik sprong was ze weg
en waar ik ook kwam
nergens zag ik haar weer
Tegen beter weten in
vocht ik tegen het besef
dat ik haar nooit in kon halen,
de weerspiegeling van wie
ik had kunnen zijn
Een van de lastigste dingen van onzichtbaar chronisch ziek zijn vond ik altijd dat ik niet kon zijn of laten zien wie ik ben. Door de voortdurende uitputting en overgevoeligheid voor alle soorten prikkels, werd mijn leven verfrommeld tot een bestaan tussen vier muren. Hoe graag mijn wil ook wilde, mijn lichaam kon niet mee. En daarmee konden ook eigenschappen als gastvrijheid, spontaniteit, creativiteit en zorgzaamheid niet meer tot uiting komen. Ze werden net als ik beknot. Terwijl het wel in mij zat. In mijn wil en in mij als persoon. Ik vond het verschrikkelijk moeilijk dat anderen me, door mijn ziekte, niet konden zien zoals ik ben.
Dacht ik.
Want ik realiseerde me opeens dat ik dat helemaal niet wil. Ik wil niet dat mensen me zien zoals ik ben. Ik wil dat ze me zien zoals ik zou willen zijn. En dat is niet alleen gezond, maar ook ergens in de buurt van perfect.
Wat is dat toch, die drang naar perfectie? Die schijn die we koesteren? Ik leerde weer een les. Dat ik er wél voor kan kiezen om te zijn wie ik ben. Ik ben namelijk ook ziek. Ook al koos ik daar niet voor en wilde ik het niet toevoegen aan mijn palet van eigenschappen. Het is er toch. En het is aan mij om te bepalen en leren hoe ik daarmee om ga. Loslaten wie ik had kunnen of zou willen zijn en accepteren wie ik ben. Met al mijn haken en ogen (die overigens niet alleen bestaan uit een haperend lichaam, maar ook uit eigenschappen en nukkigheden die er ook zouden zijn als ik blaakte van gezondheid). En ik kom erachter dat ik zelf ook het liefst mensen om me heen heb zonder dat er een sluier van zogenaamde volmaaktheid tussen ons in hangt. Bij mensen die zichzelf (gezond of ziek, vrolijk of verdrietig, evenwichtig of wankel, bang of onzeker, rommelig of opgeruimd) durven zijn, voel ik me beter op mijn gemak. Zij halen het beste in mij naar boven, geven me een gevoel van verbinding en het lef om ook mijn schild te laten zakken. Bij oprechte mensen voel ik me blijer en meer ontspannen. Ze geven me de ruimte om er gewoon te zijn. Dus als ik zelf iets zou willen zijn, is het niet perfect, maar echt. Zodat anderen in mijn omgeving ook de ruimte krijgen om zichzelf te zijn.
Er zijn altijd andere manieren om jezelf te laten zien, ook als je ziek bent en bepaalde dingen niet meer kunt. Wegen die buiten ons blikveld liggen, buiten de kaders die we hebben meegekregen of zelf hebben gevormd. Ik wens ieder toe dat hij of zij die weg weet te vinden en een beetje meer van zichzelf (ziek of gezond) kan laten zien. Als we onszelf en elkaar toestaan om imperfect te zijn, ontdekken we dat we allemaal worstelen. En hoeveel fijner het is om dat samen te doen.
En ik ontdek dat ‘wat niet is’ en wat misschien ook wel nooit zal komen, niet het ergste is wat mij kan overkomen. Sterker nog, misschien heeft het me wel meer mezelf gemaakt dan ik anders ooit geweest zou zijn