Column: Alle wegen leiden naar…

Auteur: Jente

De reis naar Rome in de vijfde klas wordt bij mij op school gezien als het hoogtepunt van de middelbare school. Het is iets waar men zich vijf jaar op verheugt. Voor mij liep dit, zoals zoveel dingen, door mijn ME/CVS net even wat anders.

Omdat ik wist dat het anders zou zijn, vond ik het ontzettend eng om mee te gaan. Ik was bang; bang dat ik me vooral slecht zou voelen. Bang om te veel van anderen te vragen op de momenten dat ik me niet goed voelde. Bang dat het helemaal niet leuk zou zijn. Maar alles was beter dan niets. Het voelde te groot om te missen. Ook al zou ik hele dagen op m’n hotelkamer zitten, dat zou beter zijn dan in Nederland de foto’s van anderen bekijken.

Uiteindelijk is het vooral heel goed gegaan en heb ik zelf ook heel veel foto’s kunnen maken. Ik heb de helft van het programma meegedaan, waarbij ik vaak ’s middags in het hotel rustte en dan ’s avonds weer aansloot bij de groep. In de loop van de week werd ik wel steeds vermoeider en af en toe was ik heel beroerd. Soms ging ik over grenzen heen zonder dat ik dat wist en ik heb ervaren dat grenzen moeilijk zijn om te bepalen.

“Blij dat ik het heb aangedurfd”
 width=
De Trevi-fontein in Rome

Los van alle oude gebouwen, die ik wel of niet kon zien, was er nog een ander aspect van de reis waar ik tegenop zag: het sociale. Ook al had ik het er met mijn vriendinnen van tevoren over gehad hoe ik het in Rome ging doen, ik wist niet goed hoe het in de praktijk met mezelf en met hen zou gaan. Eenmaal onderweg in de bus en in Rome verraste hun nieuwsgierigheid en zorgzaamheid me. Het was een opluchting om te merken dat ik er niet alleen voor stond. Ik moest eraan wennen. Ik heb ondervonden dat het vaak ingewikkeld is om antwoord te geven op de vraag of en hoe het gaat, omdat ik dat soms zelf ook niet weet. Ik heb geleerd dat het, ondanks het feit dat niemand er iets aan kan veranderen, toch fijn is voor anderen om te weten dat ik me niet lekker voel. Ik heb gemerkt dat ik eraan gewend ben geraakt om het zelf te doen, maar dat er anderen aan mijn kant staan en lief voor me zijn als ik dat toelaat. Ze brachten me naar het hotel na het eten en droegen m’n te zware tas voor me naar de bus.

Al met al ben ik ontzettend blij dat ik het heb aangedurfd om mee te gaan, ondanks de vermoeidheid die volgde in de weken nadat ik terug was gekomen en die een maand later nog steeds niet helemaal weg was. Ik heb jarenlang gedacht dat ik niet mee zou kunnen en nu heb ik toch een reis gemaakt waar ik voor de rest van m’n leven met een warm gevoel aan terug kan denken.

Vergelijkbare berichten