Copium

“Ik maak dingen soms wat positiever dan ze zijn, zodat ik ermee om kan gaan.”

Auteur: Jente

In juli krijg ik waarschijnlijk mijn gymnasiumdiploma. Tenzij mijn eindexamens heel erg mis gaan, ben ik dan klaar met de middelbare school. Ik heb de afgelopen zes jaar meer lessen gemist dan dat ik er ben geweest. Het roept tegenstrijdige gevoelens op.

Allerlei mijlpalen zijn ongemerkt voorbijgegaan. De laatste lessen van specifieke vakken die ik niet bewust heb meegemaakt, omdat ik dacht dat ik nog wel bij een andere les aanwezig zou zijn. Mijn laatste hele schooldag, ergens aan het einde van de vierde klas. Voor de laatste keer naar school fietsen in plaats van met de bus, aan het begin van de tweede. De laatste keer gymmen, in de brugklas. En dan heb ik het nog niet eens over alle ervaringen die ik heb gemist: eindeloos in de aula zitten, eten uit de kantine halen, tot half vijf op school zitten, iedereen leren kennen. Ik zal nooit weten hoe dat is.

Maar ik ga het halen! Met veel moeite, weinig energie, een vermoeid lichaam en hoofd en de wereld die om me heen draait weliswaar, maar ik haal het! Dat is ook wat waard en dat is het. Ik ben trots op het feit dat ik in de zesde zit en hier ben gekomen. En ik heb veel van de afgelopen zes jaar geleerd. Ik heb geleerd met een rechte rug naar binnen te lopen als ik halverwege de dag de school binnenkom en mezelf uit te zonderen door aan docenten vragen te stellen over dingen die behandeld zijn in lessen waar ik niet bij was. Ik heb geleerd zelfstandig te werken en onafhankelijk te zijn van vrienden. Maar ik had liever het menu van de kantine uit mijn hoofd gekend.

Ik vind het verdrietig dat ik nooit een middelbare school ervaring zal hebben zoals ik me had voorgesteld. En ik ben blij dat ik volgend jaar even niet hoef te studeren. Dat verdriet en die blijdschap kunnen naast elkaar bestaan. Gevoelens rond chronische ziekten zijn nooit zwart-wit; ik kan het jammer vinden dat ik niet mee kan gymmen terwijl ik tegelijk ook blij ben dat ik niet nat wordt door de regen buiten. Klasgenoten die me niet goed kennen vertellen me echter vaak dat ik zoveel geluk heb dat ik niet in de kou hoef te gymmen. Dat ik niet tot half vijf op school hoef te zitten, dat ik uitstel kreeg voor dat ene mondeling en die ene presentatie niet hoefde te doen. Ik lach er altijd om en knik maar wat. Ik vind het vervelend. Want ook al heb ik op een bepaalde manier inderdaad soms geluk, ik zou uiteraard liever niet ziek zijn.

Soms helpt het om mezelf voor te houden dat een vrijstelling voor gym in de regen opweegt tegen het ziek zijn. Ik wil echter niet dat anderen dit voor me doen. Want hoe erg ik mezelf ook probeer wijs te maken dat het wel zo is, meestal wegen de positieve kanten niet op tegen de negatieve. Af en toe helpt het alleen wel om gewoon net te doen alsof, dat noem ik dan copium*. Zo helpt het voor het afsluiten van de middelbare school om me minder te focussen op alles wat ik heb gemist en meer de nadruk te leggen op de vrijheid die ik straks heb om zelf te bepalen waar ik mijn energie aan besteed.

* Copium is een populaire term op het internet die gebruikt wordt om aan te geven dat iemand zichzelf iets wijsmaakt om met iets te copen, oftewel om te gaan.

Vergelijkbare berichten