Vergelijking NMCB en MeCfs Lines met onderzoeksagenda
Het ZonMw onderzoeksprogramma kreeg financiering van de toenmalige minister voor medische zorg Tamara van Ark, op basis van de in 2020 opgestelde onderzoeksagenda ME/CVS.
Groot draagvlak
De onderzoeksagenda is opgesteld in samenwerking tussen wetenschappers en patiëntenvertegenwoordigers, met ondersteuning van ZonMw. We waren vanaf het begin betrokken en hebben wij ingestemd met deze agenda. Hetzelfde geldt voor de andere Nederlandse ME/CVS-patiëntenorganisaties. Vanwege dit grote draagvlak in de patiënten-gemeenschap vinden wij het belangrijk om de plannen van de toegekende consortia en projecten te toetsen aan de belangrijkste eisen en wensen die daarin staan.
Doelgroep en opbouw cohort
Voorwaarden. De agenda stelt vast dat er geen gouden standaard bestaat om ME/CVS-patiënten te onderscheiden. Er kunnen alleen ruwe buitengrenzen worden aangegeven. De meest gebruikte diagnosedefinities zijn Fukuda/CDC, IOM, CCC en ICC. Hoofddoel van het programma moet zijn de gezondheid en/of maatschappelijke positie van patiënten te verbeteren, en daartoe moet ME/CVS in al zijn complexiteit onderzocht worden. Bij individuele onderzoeken zal het soms heel belangrijk zijn de onderzoekspopulatie strak af te bakenen. Bij andere onderzoeken kan dat anders liggen. Zo zal bij onderzoek naar een betere onderbouwing van de diagnose en eventuele subdiagnoses juist een brede inclusie nodig zijn, waarbij alle kenmerken die horen bij de (belangrijkste) verschillende diagnosedefinities meegenomen worden. En bij replicatieonderzoek moet rekening gehouden worden met de oude definitie die gebruikt werd in het oorspronkelijke onderzoek.
De eerste eis die de agenda aan een patiënten-cohort stelt is dat die epidemiologisch goed gekarakteriseerd is. Het cohort moet een goede afspiegeling van de doelgroep zijn in leeftijd, geslacht, en ziektelast. En groot genoeg om statistisch verantwoorde conclusies te trekken over bijvoorbeeld subgroepen. Hierbij worden alle deelnemende patiënten gecheckt of zij voldoen aan de vier bekende diagnosedefinities. Speciale aandacht moet uitgaan naar jongeren en naar ernstig zieken, omdat ME/CVS zich bij deze groepen anders lijkt te ontwikkelen.
Check. De twee consortia NMCB en MeCfs Lines gaan allebei een biobank van ME/CVS patiënten bouwen met een cohort. Deze onderzoeks-infrastructuur wordt zo ingericht dat ook latere projecten hiervan kunnen profiteren. Gegeven de in de agenda genoemde randvoorwaarden kan dat alleen met een brede inclusie van patiënten. Welk aantal patiënten nodig is voor statistisch verantwoorde uitspraken is lastig in zijn algemeenheid te zeggen, maar bij een heterogeen cohort lijkt dat aantal rond de 600 te liggen. Beide consortia zitten hierboven.
De individuele projecten gaan gebruik maken van de consortium infrastructuur, en gebruiken verschillende criteriasets voor de afbakening. Er komen speciale voorzieningen om ernstig zieke patiënten bij het onderzoek te kunnen betrekken, en er komt een aparte registratie voor adolescenten. Beide consortia voldoen prima aan deze groep voorwaarden uit de agenda.
Samenwerking
Voorwaarden. ME/CVS moet als multisysteem ziekte onderzocht worden vanuit diverse biomedische disciplines. Met de nadruk op immunologie, microbiologie, neurologie, celbiologie, (epi)genetica en cardiologie. De projecten moeten onderling samenhangen. Ook internationale samenwerking is belangrijk, zo moet er ruimte zijn voor deelname aan een fellowship programma.
Check. Beide consortia zijn goed ingericht op deze eisen. Zij hebben ook aangegeven zoveel mogelijk te gaan samenwerken. Zo worden protocollen geharmoniseerd en gaan de twee consortia gebruik maken van dezelfde symptoom vragenlijst.
Voor wat betreft de internationale samenwerking zien we een verschil tussen de beide consortia. De opzet van NMCB vertoont parallellen met die van ME/CVS patiëntcohorten in het buitenland. Daarom is aansluiting gezocht met bekende Europese ME/CVS wetenschappers zoals Jonas Berqquist. De opzet van MeCfs Lines, dat gebaseerd is op een populatiecohort en over veel meer data beschikt, is volledig nieuw binnen het wereldwijde ME/CVS veld. Daarom is aansluiting gezocht met buitenlandse wetenschappers van naam die ervaring hebben met dit type datagerichte benadering. We noemen de immunoloog Thomas Vogl, die een onderzoeksgroep leidt aan de Medical University of Vienna.
Onderzoekslijnen
Voorwaarden. De agenda maakt onderscheid tussen vier categorieën onderzoekslijnen. De categorie praktijk- en actieonderzoek valt buiten het bestek van deze subsidieronde, daar komt later een aparte ronde voor. Dan blijven er drie over:
- Fundamenteel onderzoek.
o Chronische immuun activatie (bijvoorbeeld na virale infecties, host-microbe interacties en het microbioom in het spijsverteringsstelsel)
o Beeldvormend onderzoek van de hersenen (zoals met MRI)
o Onderzoek naar de energiehuishouding in cellen gekoppeld aan de celfunctie - Epidemiologisch onderzoek
o Onderzoek naar het ontstaan van ME/CVS: een (epi)genetische grondslag van ME/CVS, de invloed van omgevingsfactoren en onderzoek naar infectieuze oorzaken
o Longitudinaal onderzoek naar het verloop van de ziekte
o Onderzoek naar een betere beschrijving van ME/CVS, zodat er een betere diagnose gesteld kan worden en subgroepen en comorbiditeiten kunnen worden vastgesteld - Klinisch onderzoek. In eerste instantie:
o In kaart brengen en testen van bestaande behandelingen om symptomen te verlichten, en testen van therapieën die bekend zijn van andere aandoeningen
o Onderzoek gericht op een betere diagnosestelling. Zoals inspanningstesten, biomarkers en onderzoek naar antistoffen in het bloed.
Check. Onze organisatie is vanaf het begin betrokken geweest bij beide consortia. De twee consortia NMCB en MeCfs Lines creëren allebei een goede basis om onderzoek langs de bovengenoemde lijnen uit te voeren. NMCB bouwt vanaf de grond een patiënten-cohort op. Dit maakt NMCB bij uitstek geschikt voor zowel fundamenteel als klinisch onderzoek. MeCfs Lines bouwt voort op de data die al sinds 2007 in Lifelines wordt opgebouwd, en beschikt hierdoor over veel historische data. Dat maakt MeCfs Lines bij uitstek geschikt voor zowel fundamenteel als epidemiologisch onderzoek. De twee consortia vullen elkaar aan, en maken samen het hele spectrum aan gewenst onderzoek mogelijk.
Conclusie
Onze algemene conclusie is dat zowel NMCB als MeCfs Lines aan alle belangrijke voorwaarden voldoen. En dat zij niet afzonderlijk maar wel samen een zeer goede infrastructuur opleveren voor het programma, waarin elk in de onderzoeksagenda gewenst type onderzoek ondergebracht kan worden.
[1] In vaktermen betekent dit een “heterogeen cohort”, en dat staat ook zo benoemd in de onderzoeksagenda
Delen via: